In Amsterdam Centrum betaalt een huurder zelfs rond de 26,66 euro per vierkante meter.

De gemiddelde huurprijs voor een woning in Amsterdam is gestegen tot een recordhoogte van 24,51 euro per vierkante meter. In Amsterdam Centrum betaalt een huurder zelfs rond de 26,66 euro per vierkante meter. Dat loopt dus al snel op tot een maandelijkse huur van 2132,8 euro voor een appartement van 80 vierkante meter.

De huurprijzen in Amsterdam hebben nog niet de hoogtes bereikt van andere Europese steden zoals Parijs en Londen, maar de stad is goed op weg om onbetaalbaar te worden voor mensen met een middeninkomen.

Dat is een groot probleem, want het is net deze groep van vaak hoogopgeleide, jonge mensen die er steeds vaker voor kiest om in de stad te gaan wonen. Anders dan bij vorige generaties is voor deze groep 20ers en 30ers de droom van een huisje met een tuin buiten de stad niet meer het ideaal. Net zoals in andere Europese landen zijn er veel jonge mensen die langer kinderloos of zelfs single blijven en die graag in de stad wonen en werken.

Door de hoge prijzen op de markt voor koophuizen en het niet beschikbaar zijn van goedkope leningen, is deze groep bovendien niet meer in staat een woning te kopen. Door de steeds stijgende huurprijzen wordt huren echter ook steeds moeilijker.

In welke Amsterdamse wijken is huren dan nog wel betaalbaar? Zoals je op de onderstaande kaart kan zien, zijn er nog twee wijken in Amsterdam waar de huurprijs aanzienlijk lager is. In Amsterdam Noord en in Amsterdam Zuidoost is huren bijna 30% goedkoper dan in Amsterdam Centrum.

Dat betekent echter niet dat het gemakkelijk is om in deze wijken een woning te vinden. Als we de beschikbare huurwoningen bekijken, dan valt meteen op dat er net in deze wijken aanzienlijk minder woningen te huur worden aangeboden:

Volgens de cijfers van AFWC bestaan deze wijken voor ongeveer 50%-55% uit woningen waarvan de huur gereguleerd wordt via het systeem van sociale huurwoningen. In de wijken Amsterdam Centrum en Zuid is slechts 25% van de woningen te huur via dit systeem. Dat betekent dat deze woningen verhuurd worden aan mensen met een lager inkomen.

Het is vooral het middensegment dat nu uit de boot valt. En dat zijn net de jonge mensen met hogere inkomens die naar de stad trekken. Hun inkomen is te hoog om in aanmerking te komen voor een sociale woning, maar te laag om een betaalbare woning te vinden op de private huurmarkt.

Op de private markt worden de huurprijzen niet gereguleerd en de wet van vraag en aanbod en vastgoedspeculatie heeft er voor gezorgd dat de prijzen blijven stijgen. Bovendien heeft de instroom van expats, buitenlanders die in Amsterdam komen werken, en die bereid zijn om hoge prijzen te betalen voor woningen in het centrum van de stad, de prijs nog omhoog gestuwd. Daardoor zijn zelfs dure huurwoningen meteen verhuurd.

Het stadsbestuur heeft pogingen gedaan om de situatie recht te trekken. Dit probeert de stad Amsterdam langs de ene kant te doen door nieuwe woningen bij te bouwen. Langs de andere kant worden ook steeds meer sociale woningen geprivatiseerd, dit in de hoop dat deze dan beschikbaar gemaakt worden voor mensen met een middeninkomen.

Deze maatregelen lijken echter niet voldoende resultaat te brengen. Er is slechts beperkte ruimte en budget voor nieuwbouw en zodra de sociale woningen op de private markt komen, worden ze meteen onbetaalbaar en enkel beschikbaar voor de hoogste bieder.

Bovendien hebben de maatregelen als gevolg dat het aantal woningen beschikbaar voor sociale huur daalt. Daardoor krijgen ook mensen met lagere inkomens het steeds moeilijker om een woning te vinden. De wachttijd voor sociale huur loopt ondertussen soms op tot 9 jaar.

Steeds meer stemmen gaan op om een “noodstop” in te voeren: een maximum huurprijs die door de overheid opgelegd wordt aan de private verhuurders. Maar deze maatregel ligt uiteraard gevoelig. Voorlopig ziet het er dus naar uit dat het probleem van de hoge huurprijzen in Amsterdam nog een tijdje zal blijven duren.