We hebben het maar goed tegenwoordig.
Voor het meest specifieke product kan je bij de supermarkt zijn, omdat supermarkten zo’n grote diversiteit aan producten aanbieden.
Vroeger was dit iets ingewikkelder.
Voordat er superwinkels bestonden, deden mensen hun boodschappen in verschillende speciaalzaken, die elk één soort product verkochten. Huishoudwinkels ontstonden aan het eind van de negentiende eeuw, waar meer soorten producten op één plek te vinden waren.
Inhoudsopgave []
Geschiedenis
Voordat supermarkten overal te vinden waren, werd gebruikgemaakt van speciaalzaken.
In plaats van een grote winkel waar je alles kunt vinden, moest je dus naar meerdere verschillende winkels om je boodschappen te kunnen doen.
Natuurlijk bestaan hier nog steeds voorbeelden van, zoals de bakker en de slager.
Langzamerhand ontstonden er winkels waar meerdere producten verkocht werden, toen daar meer vraag in de samenleving naar ontstond.
We hebben het dan bijvoorbeeld over producten die niet verbonden waren aan een producent.
Denk dus ook hierbij aan bijvoorbeeld een bakker of slager. Hier kon je allerlei huishoudartikelen vinden, zoals schoonmaakmiddelen en gedroogde producten.
Self service
Bij de originele huishoudmarkt werd je aan een balie geholpen door een medewerker die de producten voor je verzamelde bij het afgeven van een boodschappenlijstje.
In de Amerikaanse staat Tennessee werd in 1916 voor het eerst het concept van self service geïntroduceerd.
Dit hield in dat klanten zelf hun producten uit de schappen konden verzamelen, om vervolgens af te rekenen bij de kassa.
Deze manier van winkelen bleek veel efficiënter te zijn, waardoor het concept van self service (voornamelijk in de Verenigde Staten) zich snel verspreidde naar andere huishoudmarkt.
Winkelwagen
Het klinkt misschien als een eenvoudig concept, maar ook het winkelwagentje bleek revolutionair te zijn bij de ontwikkeling van winkelen.
De winkelwagen werd in 1937 geïntroduceerd, en kon gebruikt worden om meerdere boodschappen in een enkel bezoek aan de winkel te doen.
Korting
Korting geven op producten is ook niet zo tijdloos als je misschien zou denken. Het werd door het gebruik van coupons in de jaren vijftig geïntroduceerd
De coupons kon je vinden in kranten en tijdschriften, en werkten als goede motivatie om klanten naar een winkel te trekken.
Korting is tot de dag van vandaag een grote beweegreden voor mensen om een product aan te schaffen.
Het ontstaan van de supermarkt
Bij het groeien van de populariteit van de huishoudmarkten, nam het aantal producten dat er verkocht werd, ook toe.
De winkels begonnen samen te werken met de speciaalzaken, om een groter assortiment aan te kunnen bieden.
Terwijl de eerste officiële supermarkt al in de jaren dertig werd geopend in de Verenigde Staten, werden deze supermarkten pas populair in Nederland in de jaren zestig.
Dit komt doordat het wettelijk verboden was om vlees, groenten en brood op dezelfde locatie te verkopen.
Huidige ontwikkelingen
Het is niet zo heel lang geleden dat mensen lang in de rij moesten staan om af te rekenen, omdat alles contant ging.
De introductie van digitaal betalen in de supermarkt heeft dit proces enorm versneld.
Naast het digitaal betalen, is het nu ook mogelijk om zonder de hulp van een medewerker je boodschappen af te rekenen.
De zelfscankassa geeft de klant nog meer mogelijkheid tot zelfbediening.
Ketens
Het gevolg van de populariteit van supermarkten, is dat veel speciaalzaken zijn verdwenen.
Zij konden niet langer concurreren met de prijzen en productieschaal van de groothandels.
De groei van supermarkten leidde ertoe dat er van een supermarkt meerdere vestigingen werden geopend.
Op de dag van vandaag bestaan er bijvoorbeeld maar liefst 996 filialen van de Albert Heijn.
Ook de kleinschalige supermarkten verdwijnen steeds meer.
Deze worden vaak opgenomen in een grotere keten. Voorbeelden van deze ketens zijn de Albert Heijn en Jumbo.
Verdwenen supermarkten
Door de overname van supermarkten door grote ketens, zijn veel bekende supermarkten uit het straatbeeld verdwenen.
Deze winkels kunnen door de concurrentie niet meer genoeg omzet maken.
De prijzenoorlog tussen verschillende supermarkten is een voorbeeld van de snoeiharde concurrentie, waarbij supermarkten de prijzen van producten blijven verlagen om de voordeligste keuze voor klanten te zijn.
C1000
De C1000 is een van de supermarkten die de concurrentie niet overleefd heeft.
Deze supermarktenorganisatie werd in 1977 opgericht, en had op zijn hoogtepunt meer dan 470 filialen in Nederland.
Rond 2008 raakte C1000 echter in de financiële problemen.
Steeds meer filialen waren gedwongen hun deuren te sluiten of verkocht te worden. In 2015 besloot de organisatie uiteindelijk om alle filialen te verkopen aan Jumbo.
Super de Boer
Super de Boer was ook een grote naam in de supermarktenbranche.
Het werd opgericht in 1998, en had vier jaar later al meer dan 420 filialen in Nederland.
In 2012 werd Super de Boer officieel aan Jumbo verkocht, dat in de jaren daarvoor al veel filialen had overgenomen.
Conclusie
Voordat je vrijwel alles kon kopen in een supermarkt, waren er speciaalzaken en huishoudwinkels waar je je boodschappen kon doen.
Verschillende ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat het boodschappen doen een stuk makkelijker werd.
Zo gingen bepaalde winkels meerdere soorten producten verkopen. Dit is de oorsprong van de supermarkt.
Op het moment zijn er vooral supermarktketens te vinden, die kleinere supermarkten opkopen.
