Soorten schijnvruchten

Tropische vruchten, die kennen we wel, evenals citrusvruchten en pitfruit, maar schijnvruchten, wat zijn dat eigenlijk? Het is, zoals de naam al zegt, een vrucht dat lijkt op fruit, maar het (plantkundig gezien) niet is.

De bekendste schijnvrucht is de appel. Ja, onze geliefde appel is een goed voorbeeld van een schijnvrucht, maar je kunt ook denken aan bijvoorbeeld een aardbeitje, ananas of een vijg.

Als je kijkt naar de plantkunde, dan is het pas fruit als de vrucht groeit uit een zogenoemd vruchtbeginsel, ofwel de onderkant van een stampertje in de bloem. Mocht de vrucht echter ontstaan door bijvoorbeeld de kelkblaadjes of de bloembodem, dan is het een schijnvrucht.

1. Appel

Appel

Latijnse naam: Malus Domestica

Herkomst: Centraal Azië

Smaak: Zoet, zuur en sappig

Appels zijn er in vele soorten, kleuren, vormen en smaken. Je kunt er sap uit halen, taarten mee maken of bijvoorbeeld appelmoes van maken, maar wellicht is het toch het lekkerste om hem gewoon uit het vuistje te eten.

Appels zijn een zeer geschikt tussendoortje voor kinderen (en volwassenen) en zorgt gelijk dat er alvast één stuk fruit wordt gegeten, de dorst wordt gelest en vitaminen worden ingenomen. De appel gedijt het beste in gematigde klimaten en de appelboom geeft ongeveer één keer per jaar vruchten.

2. Aardbei

Aardbei

Latijnse naam: Fragaria

Herkomst: Onbekend, maar het kan Zuid-Amerika zijn

Smaak: Zoet en sappig

Wist je dat de pitjes aan de buitenkant van de aardbei eigenlijk de echte vruchten zijn van deze schijnvrucht? Overal ter wereld worden aardbeien gekweekt. In Nederland gebeurt dit vooral in kassen; onder plastic of glas. China is de absolute toploper als je kijkt naar de productie van aardbeien wereldwijd.

3. Peer

Peer

Latijnse naam: Pyrus

Herkomst: Tiensjan, Midden Azië

Smaak: Zoet

Zoals meerdere vruchten stamt ook de peer af van de rozenfamilie. Er bestaan wel zo een 40 soorten peren die worden gekweekt in Europa, Azië en Noord-Afrika, waaronder de nashipeer, wilde peer, wilgpeer, China peer en de gewone peer.

Een peer groeit aan een boom die, wanneer hij volwassen is, ongeveer één keer per jaar vruchten geeft. De bomen, of beter gezegd, de bloemen zijn absoluut niet vorstbestendig en als ze bevriezen kan het zijn dat de boom dat jaar geen peren geeft (door de nachtvorstschade).

4. Vijg

Vijg

Latijnse naam: Ficus

Herkomst: Middellandse Zeegebied en India

Smaak: Aromatisch zoet

De delicate zoetige smaak van vijgen valt heel goed te combineren met een tegenhanger als (verse) geitenkaas of ham. Ze komen dan van origine uit het Middellandse Zeegebied en India, maar worden nu zo een beetje overal ter wereld gekweekt, zeker Israël, Argentinië, Brazilië en Turkije doen het goed in de vijgenteelt.

In België en Nederland zijn we eerder geneigd om de vijgen gekonfijt te eten dan vers, al kun je de verse vijgen steeds vaker vinden in de supermarkt, bij de groentespecialist of markt. De vijg is één van de oudste vruchten; in + / - 9000 v Chr. werden er al vijgen verbouwd in de Jordaan-vallei.

5. Ananas

Ananas

Latijnse naam: Ananas Comosus

Herkomst: Brazilië

Smaak: Zoetzuur en sappig

Het middelste van de ananas eten we in principe niet op, maar wist je dat dit eigenlijk de stengel van de plant is? De ‘schubben’ aan de buitenkant zijn de bloemkroonbladen en de kelkbladen. Het vruchtvlees is ontstaan doordat bessen zijn vergroeit met elkaar.

Een goed voorbeeld van een schijnvrucht dus, maar dat maakt deze tropische rakker helemaal niet minder lekker. Want of het nu wel of geen fruit genoemd mag worden, dat maakt voor de smaak niet uit. Deze heerlijke dorstlesser kan wel 4 kilo wegen en 30 cm aan lengte worden.

6. Cashewnoot

Cashewnoot

Latijnse naam: Anacardium Occidentale (Kasjoeboom)

Herkomst: Brazilië

Smaak: Boterachtig, zoet, mild nootachtig

Deze schijnvrucht heeft meerdere namen waarnaar hij luistert; olifantsluis, katjang, cachounoot en bobaynoot. De cashewnoot groeit aan de kasjoeboom, afkomstig uit Brazilië. De cashew groeit aan de onderkant van de cashew-appel en is een goede bron voor fosfor, ijzer, eiwit en magnesium. Deze niervormige noot wordt gezien als een luxe noot.

De reden dat de cashewnootjes zo duur zijn komt doordat ze nogal een proces moeten ondergaan voor ze bij jou als snack op tafel staan; ze worden gebrand in de dop, hierdoor kan men de bast makkelijker kraken. Na het verwijderen van de bast (dat soms nog handmatig gaat), moet het vliesje ook nog met de hand van de noot worden gehaald en dan pas zijn ze klaar voor verpakking.

7. Rozenbottel

Rozenbottel

Latijnse naam: Cynosbati Fructus of Rosa Canina (Hondsroos)

Herkomst: Europa, Noord-Amerika en Zuid-Amerika

Smaak: Behoorlijk zure smaak (vers), de zaadjes zijn heel bitter

Je kunt er soep van maken, thee van zetten, maar ook heerlijke jam; de rozenbottel. Naast de prachtige rozen die de plant geeft, zijn de schijnvruchten van ervan ook erg gezond en lekker. Het is een goede bron van vitamines, waaronder vitaminen A, B2, B1, C, en E.

Niet alleen wij mensen houden ervan, maar dieren eten ze ook graag en helpt hen zelfs de winter door te komen. Vooral vogels genieten van deze lekkernij. Het binnenste van de vrucht is iets minder fijn, want dat jeukt heel erg en er wordt dan ook het jeukpoeder van gemaakt (we kennen het nog uit onze jonge jaren), eet het ook niet op, want je maag vindt het niet fijn.

8. Eikel

Eikel

Latijnse naam: Quercus (Boom)

Herkomst: Wereldwijd

Smaak: Nootachtig en bitter

Ook al is het vooral eten voor bijvoorbeeld eekhoorns, hertachtigen, vogels, beren en muizen, mensen kunnen de eikel ook gewoon eten. Voor een aantal van deze dieren is het een hapje om de winter door te komen en ze worden dan ook door onder andere de eekhoorn flink gehamsterd.

Niet voor elk dier zijn de eikeltjes geschikt en kunnen voor sommige dieren zoals paarden zelfs giftig zijn. Wij kennen het niet, maar in Korea worden de eikels ook gebruikt om er “muk” van te maken, dit is een soort gelei. Deze gelei wordt over het algemeen als bijgerecht gegeten.

9. Beukennootje

Beukennootje

Latijnse naam: Fagus Sylvatica (Boom)

Herkomst: Onbekend

Smaak: Nootachtig

We kennen de beukennootjes misschien nog wel het meest als hapje van de eekhoorns, maar voor mensen is deze schijnvrucht ook zeker eetbaar. Niet alleen de nootjes van de beukenboom kun je eten, maar de blaadjes ook. Die blaadjes hebben ongeveer dezelfde smaak als het nootje.

Voor je een beukennootje kunt eten moet je deze eerst uit zijn napje of bolster halen, eigenlijk net zo als bij tamme kastanjes. Over het algemeen zitten er in een napje twee beukennootjes. Je mag, als mens, echter niet een hele grote hoeveelheid beukennootjes eten aangezien er een beetje blauwzuur in de (verse) nootjes zit. In de zon leggen biedt uitkomst, omdat daardoor het blauwzuur verdwijnt.

10. Tamme Kastanje

Tamme Kastanje

Latijnse naam: Castanea Sativa)

Herkomst: Zuid-Europa, West-Azië en Noord-Afrika

Smaak: Romig en nootachtig

Zoals je waarschijnlijk al dacht komen tamme kastanjes van een tamme kastanjeboom. Verwar ze niet met de wilde kastanjes (of paardenkastanje) want deze laatste is giftig voor mensen. Het beste bij de tamme kastanje is wachten tot de vrucht uit de bolster valt, aangezien de stekels van de bolster redelijk venijnig kunnen zijn.

De tamme kastanje heeft een pluisje aan de bovenkant en is platter dan de wilde kastanje. Als je de kastanje wilt pellen doe je dit vanaf het pluisje. De tamme kastanje is best gezond aangezien ze rijk zijn aan calcium, fosfor, ijzer, vitamine B11 en kalium.

11. Braam

Braam

Latijnse naam: Rubus Fruticosus

Herkomst: Europa en andere gebieden met lichtzure tot zure voedingsbodem

Smaak: Van zuur tot zoet

Wanneer de bramen rijp zijn, dan is het tijd om ze te eten aangezien je een rijpe braam slechts een paar dagen goed kunt houden. Vroeger vond je in Nederland in het wild ook redelijk wat bramenstruiken met erg vervelende stekels, maar nu wordt voor de teelt vooral gebruik gemaakt van rassen zonder stekels.

Er zijn nogal wat verschillende rassen bij de bramen, zo zijn er bijvoorbeeld de Hull Thornless, Navaho en Himalya. Deze laatste is waarschijnlijk één van de oudste rassen en werd vroeger dan ook veel geteeld. Hommels en bijen zijn de bestuivers van bramenstruiken.

12. Granaatappel

Granaatappel

Latijnse naam: Punica Granatum

Herkomst: Iran (voorheen Perzië)

Smaak: Exotisch tussen zuur en zoet

Van oorsprong komt de granaatappel uit het toenmalige Perzië, maar tegenwoordig worden ze al eeuwen geteeld in het Midden-Oosten, Middellandse Zeegebied, India, Kaukasus en Afghanistan. De granaatappels groeien aan struiken die tussen de 1 en 6 meter hoog worden.

In het Engels heet deze schijnvrucht pomegranate, in het Frans grenade en in het Duits granatapfel. Het is altijd nogal een gedoe om de eetbare pitjes uit de granaatappel te krijgen. De gouden tip is om er met een bolle lepel op te slaan aan de buitenkant zodat de zaadjes loslaten. Je kunt tegenwoordig de granaatappelpitjes ook los bij de meeste supermarkten of groenteboeren kopen.

13. Japanse Mispel

Japanse Mispel

Latijnse naam: Eriobotrya Japonica

Herkomst: Japan en (Noord-) China

Smaak: Fruitig

Wellicht is de Japanse Mispel beter bekend onder de naam loquat, maar ook worden de namen wolmispel of neffel. Buiten Japan en China kun je deze schijnvrucht ook vinden in het Middellandse Zeegebied. De loquats die we in Nederland hebben komen meestal vanuit het Middellandse Zeegebied.

Wanneer de Japanse mispel rijp is lijkt de geur nog het meest op die van een appel. Je plukt deze mispels trouwens als ze rijp zijn (dus klaar voor consumptie), dit is rond juni. De schil is enigszins donzig met een oranje tot geel oranje kleur. Er zitten drie of vier grote pitten in het klokhuis.

14. Guave

Guave

Latijnse naam: Psidium Guajava

Herkomst: Midden-Amerika

Smaak: Aromatisch zoetzuur

Deze (sub) tropische schijnvrucht wordt over het algemeen onrijp geplukt, wanneer je hem wilt eten is het dan ook aan te raden om goed te checken of hij rijp is, want onrijp is hij niet lekker. Het sap van deze mooie guave wordt ook wel de nectar van de goden genoemd.

De schil kan wat gebobbeld zijn en is meestal groen (en soms geel) wat lekker afsteekt tegen het rode vruchtvlees. Het sappige vruchtvlees heeft een smaak die hangt tussen een perzik, aardbei en een peer. Qua hardheid van de schil kun je aanhouden dat hoe zachter de schil, hoe zoeter de guave.

15. Cactusvijg

Cactusvijg

Latijnse naam: Opuntia Ficus Indica

Herkomst: Middellands Zeegebied (met name Spanje, Portugal en Marokko), Zuid-Afrika en Latijns-Amerika

Smaak: Zuur tot zoet

Prikkelpeer, woestijnvijg en vijg van Barbarije zijn alle drie namen voor de cactusvijg. Zoals de naam al doet vermoeden groeit deze vijg aan een cactus; de opuntia Ficus-Indica (maar ook aan zijn verwante soorten).

De smaak doet in de verte denken aan dat van een peer, maar het uiterlijk niet echt aangezien de cactusvijg een soort van stekeltjes (weerhaakjes) heeft aan zijn groene schil. Het is daarom aan te raden dat, als je ze zelf wilt plukken, je dan handschoenen aan doet. De vrucht is rijp als hij zacht aanvoelt bij het indrukken.