Vlaanderen en Wallonië hebben allebei hun eigen specifieke producten. Wij hebben de meest bekende typisch Belgische producten op een rijtje gezet voor jullie. Niet alleen de Belgische keuken is ontzettend lekker en gevarieerd, maar ook andere producten die je bijvoorbeeld als souvenir echt niet kan laten liggen als je in België bent.

Belgen zijn, zoals veel bewoners van landen, stiekem toch wel trots op hun ‘eigen’ producten en dat is terecht want er is veel leuks, lekkers en interessants te vinden in België. Het kan zelfs zo zijn dat een Belg het zo normaal vindt, dat hij of zij er niet eens van bewust is hoe Belgisch iets is tot hij of zij naar het buitenland gaat.

Ze hebben mooie bieren, heerlijke chocolade en vergeet vooral die geweldige dikke patatten niet!

1. Belgische Chocolade

Vooral Vlaanderen wordt als dé walhalla gezien van chocolade, en dat is nogal wat aangezien er meerdere landen zijn die goede chocolade produceren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Zwitserland. Er zijn pralines, chocoladerepen, truffels en nog veel meer soorten chocolade die België op de markt brengt.

In België zijn er meer dan 320 chocolaterieën en dat is nogal wat voor een relatief klein land. Een aantal van de producenten van Belgische chocolade zijn wereldwijd bekend. Een paar voorbeelden hiervan zijn Côte d’Or, Godiva en Leonidas.

Wist je dat de Vlamingen zo een zes kilo chocolade eet per jaar? Maar wat maakt de Belgische chocolade nou eigenlijk zo speciaal. We zullen een aantal redenen noemen: Het heeft een hoog cacaogehalte, er wordt gebruik gemaakt van pure cacaoboter, het heeft over het algemeen een fijne structuur en de selectie van de cacaobonen wordt heel secuur gedaan.

2. Belgische Bieren

Al vanaf de middeleeuwen is België bezig met het brouwen van bier, hierdoor is België uitgegroeid tot een waar bier walhalla. Er bestaan in België, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland, geen echte regels voor de ingrediënten voor het brouwen van bier, zo kunnen ze behalve hop, mout en water ook kruiden en vruchten gebruiken om maar eens iets te noemen.

Een aantal bieren die hun oorsprong in België hebben zijn onder andere Vlaams bruin, Lambiek, Saison en Belgisch Witbier. Abdijbieren en Trappistenbieren zijn geen echte biersoorten en niet alleen gebrouwd in België, maar als je de namen hoort denk je wel direct aan Belgisch bier.

Een aantal echte favorieten onder de Belgische bieren zijn: Tripel Karmeliet, Affligem Blond, Duvel, Westmalle Tripel en Kwak. Dit is natuurlijk maar een kleine greep uit het enorme assortiment van Belgische bieren. Al dorst gekregen?

3. Vlaamse Frietjes/Patatten (Met Mayonaise)

Als je wat gewicht wilt verliezen is dit niet het beste gerecht om dan te kiezen; de heerlijke dikke Vlaamse frieten. En de echte Belg eet dit patatje dan nog het liefst met klodder (zelfgemaakte) mayonaise. Volgens experts gebruik je voor de beste frieten de aardappelsoort Bintje.

Vanaf ongeveer 1680 is België bezig met het bereiden van frietjes, en dit raadt je nooit, maar de frietjes waren begonnen als gebakken visjes. Op een gegeven moment was het te gevaarlijk om te gaan vissen en zijn ze in plaats van de visjes te frituren, aardappelen in stukjes gaan snijden en die in een pan met kokende olie gaan gooien.

Als je zelf friet wilt bakken zijn er vijf stappen die je moet doorlopen. Hoe simpel kan het zijn? Je begint met de juiste aardappel (Bintje wordt dus aangeraden), deze schil je en snij je in staafjes van gelijke grootte, kies het juiste vet of olie (liefst geen olijfolie), hierin bak je de frieten voor door ze 4 tot 5 minuten in olie van 150 graden te doen. Dan moeten de voorgebakken frieten helemaal afkoelen en als laatste bak je de frieten af in 2 tot 3 minuten in olie van 180 graden.

4. Vlaams Stoofvlees

Vlaams stoofvlees is niet klaar in een minuutje of tien, maar eerder in een paar uur. Maar na die paar uur sudderen, dan heb je ook wat. Er zijn vele manieren om Vlaams stoofvlees te maken, maar de basis is in principe hetzelfde; suddervlees met bier, brood en mosterd.

Door het lange sudderen wordt het vlees lekker mals doordat onder andere het collageen en elastine worden afgebroken die normaal het vlees stug houden. De bekende draadjes ontstaan door de vezels van het (rund) vlees.

Vlaams stoofvlees wordt in de Vlaamse volksmond ook wel stoverij genoemd, in Wallonië noemen ze het carbonade flamande. Je kunt het bij de meeste frietkotten (friettenten) verkrijgen om lekker bij je friet te eten, maar heel veel restaurants bieden deze lekkernij ook aan.

Je kunt de stoverij in een pan maken, maar dan moet je vaak een aantal keer het vocht wat aanvullen. Hierom is het gemakkelijker om een slowcooker te gebruiken. Je doet alle ingrediënten in de pan, eventueel na het aanbraden van het vlees, en laat de slowcooker de rest van het werk doen en bijkomend voordeel is dat je huis heerlijk ruikt.

5. Brusselse en Luikse Wafels

Wanneer je denkt dat een wafel een wafel is, dan heb je het mis, want de Brusselse en Luikse wafel hebben toch echt een paar verschillen. Zo is de Brusselse wafel strak en rechthoekig terwijl de Luikse een meer rondere/ovalere vorm heeft. Verder is de Brusselse wafel iets luchtiger en minder zoet dan de Luikse versie. Eén van de andere verschillen is dat je op de Brusselse wafel vaak iets doet, terwijl je op de Luikse wafel geen garnituur eet.

De wafels die je in de supermarkt koopt zien er dus over het algemeen meer uit als de Brusselse variant. Je kunt de wafels ook in kraampjes kopen op straat, dat zijn dan weer vaak de Luikse wafels. Maar je kunt natuurlijk ook lekker zelf aan de slag gaan om wafels te maken. Het internet staat vol met recepten om dit te doen.

6. Witloof (uit de Oven)

In Vlaanderen noemen ze het Witloof of Brussels lof, in Wallonië gaan ze voor het woord chicon of chicoré de Bruxelles. Het is een bladgewas die in het donker wordt geteeld en is razend populair in België. Er wordt zelfs beweerd dat rond 1830 de witloof in Brussel werd uitgevonden, maar dit is niet bewezen.

Uiteraard hebben de Belgen heerlijke gerechten verzonnen met deze mooie maagdelijk witte groente. Witloof met hesp (ham) uit de oven is bijvoorbeeld zo een overbekend gerecht. De witlof wordt in een lekkere plak hesp gerold met een rijkelijke kaassaus overgoten, zodat als het uit de oven komt, een lekker krokant kaaskorstje heeft.

7. Spruitjes

Brussels sprouts, Brusselse spruitjes, niet altijd even geliefd, maar wel heel gezond. Helaas komen de originele spruitjes niet uit Brussel, maar staat al sinds de oudheid op het menu, en niemand weet waar ze echt vandaan komen. Wat wel bekend is, is dat de spruitjes hun intrede maakten in West-Europa rond de 13e eeuw. 

Zoals gezegd warende spruitjes dus rond de 13e eeuw ook in het gebied dat nu België is en werden ze verbouwd in een gebied bij Brussel in de buurt. Zo een vijf eeuwen laten, in de 18e eeuw werden de spruitjes daar zo gekweekt, dat ze zijn uitgegroeid tot de spruitjes die we nu nog kennen, vandaar de naam Brusselse spruitjes.

Conclusie: uit het bovenstaande is dus dat spruitjes al veel langer bestaan dan toen Brussel de spruitjes heeft gekweekt tot wat ze nu zijn. Maar omdat de spruitjes hoe we ze nu kennen, daar vandaan komen heten ze toch lekker Brusselse spruitjes en zijn ze onder die naam wereldberoemd geworden.

8. Vol-au-Vent

Vol-au-Vent is een pasteitje van bladerdeeg gevuld met ragout. Het wordt in Vlaanderen ook wel een Koninginnenhapje genoemd. Het wordt gemaakt met een ragout van champignons en fijn kippenvlees en hele kleine gehaktballetjes die het liefst gemaakt worden van kalfsgehakt.

De Vlaamse naam Koninginnenhapje komt van het Franse bouché à la reine. Het is dan ook een feit dat dit gerecht van origine niet uit België, maar uit Frankrijk komt. Dit feit maakt het echter niet minder populair onder de Belgische bevolking.

Een echte Vol-au-Vent heb je niet één twee drie op tafel getoverd, het heeft tijd en liefde nodig om de romige ragout te maken. Volgens sommige koks moet er naast de ragout ook nog, voor de mensen onder ons die gewicht willen verliezen, romige saus en Hollandaise saus bij. Je bent ongeveer 90 minuten aan de Vol-au-Vent bezig, en als je er verse bouillon voor wilt gebruiken kun je daar nog een keer een minuut of 70 bijrekenen.

9. Garnalenkroketten

Wist je dat de Vlaamse garnaalkroket een echt culinair erfgoed is van België? Al worden voor de beste garnalenkroketten de grijze garnalen uit de (Hollandse) Noordzee gebruikt is het toch een typisch Belgisch product. Wist je dat de vissers de Hollandse garnaal al op zee en in zeewater koken? Nee? Het is echt waar!

Door het koken krijgen de garnalen in plaats van hun originele grijze kleur dat mooie roze kleurtje. Helaas bederft een gekookte garnaal snel, dus eenmaal aan land moeten ze snel worden gepeld en naar de klanten worden vervoerd.

10. Speculaas

Volgens bronnen komt speculaas origineel bij bakkers uit Oost- en West-Vlaanderen die zich in de buurt van Brussel vestigden, zij noemden speculaas speculaus. Tegenwoordig noemen de Vlamingen het speculoos. Rond de feesten aan het einde van het jaar, zoals Driekoningen en Sint-Maarten bakken de warme bakkers in Wallonië en Vlaanderen de originele speculaas met ruwe rietsuiker, boter, kruiden en roggemeel.

Er zijn ook dikkere ovale zachte speculozen, die niet ‘knappen’ als je ze breekt. Dit type speculaas is echt typisch Belgisch. Je kunt deze variant ook met vulling krijgen, vaak wordt er dan kokosspijs gebruikt.

In 2007 won els Scheppers het VRT programma De Bedenkers, een programma voor uitvinders. Zij had een potje speculoospasta verzonnen en dat vond de jury zo origineel dat zij de eerste prijs kreeg. Echter er was nog een duo die met speculaaspasta in dat seizoen aanwezig waren (Danny De Maeyer en Dirk Desmet). Aangezien het om (bijna) hetzelfde product is waren zij absoluut niet blij.

11. Strips

Wanneer er een aantal bekende strips worden genoemd is er een behoorlijke kans dat deze uit België komen. Denk bijvoorbeeld eens aan De avonturen van Kuifje, Suske en Wiske of Nero.

Volgens Wikipedia zijn er zo een 455 stripreeksen afkomstig uit België. Dat is in ieder geval de moeite om je keuze uit te maken. Ondanks dit grote aanbod van stripreeksen zijn er niet heel veel Vlaamse auteurs van strips die de top bereiken, maar vanuit Wallonië zijn er wel een paar groten opgestaan.

Denk eens aan Hergé, dé man achter De avonturen van Kuifje, Franquin van Marsupilami en de strip Robbedoes en Kwabbernoot. Ook Pierre Culliford, ofwel Peyo, de ontwerper van de Smurfen en Joseph Gillain ofwel Jijé, striptekenaar van onder andere Blondie en Blinkie en Jerry Spring mogen we zeker niet vergeten in de lijst van grote namen.

12. Manneke Pis

Het plassende mannetje, Manneke Pis, staat in het centrum van Brussel. Heel groot is Manneke Pis niet met zijn 55,5 cm, maar oud is hij wel, want hij staat er al sinds 1619, maar lijkt nog geen dag ouder dan toen hij werd geplaatst.

De exacte locatie van dit standbeeldje is op de hoek van de Eikstraat en de Stoofstraat, bij de Grote Markt van Brussel. De ontwerper van Manneke Pis is Hiëronymus Duquesnoy en hij is gemaakt van brons. Het Manneke Pis in Brussel is dan wel de bekendste, maar er zijn er meer; Westmeerbeek, Broksele, Koksijde en in Geraardsbergen hebben ook allemaal een Manneke Pis.

Vanwege de grote bekendheid van dit kleine standbeeldje, is Manneke Pis dan ook verkrijgbaar in zo goed als elke souvenirwinkel en luchthaven van België.

13. Jeanneke Pis

Jeanneke Pis kunnen we wel het zusje noemen van het overbekende Manneke Pis, alleen is ze veel jonger dan haar broer. Ze is namelijk ‘pas’ in 1987 op haar sokkeltje geplaatst. Zoals de naam doet vermoeden is dit een plassend meisje.

Jeanneke Pis is te vinden in het centrum van Brussel en wel in de Brusselse wijk Îlot Sacré, in de Getrouwheidsgang. Door de plaatsing op die locatie is ze geografisch gezien de pendant van Manneke Pis. Naast deze twee plassende beeldjes is er nog eentje die een stuk minder bekend is, namelijk Het Zinneke, een plassend hondje.

14. Doopsuiker

Waar ze in Nederland ‘beschuit met muisjes’ geven, in Marokko na zeven dagen een schaap, geit, koe of kameel slachten, geven ze in België suikerbonen bij de geboorte van een kindje. Doopsuiker heeft in België verschillende namen een aantal hiervan zijn; kinnekeskas, suikerbonen of kakkebonen.

De kersverse ouders hoeven in België de doopsuiker niet zelf te betalen, dit is de taak van de peetouders. De traditie bestaat over de hele wereld en is een van de oudste tradities die er ter wereld zijn. De ‘bonen’ staan voor vruchtbaarheid en nieuw leven.

In eerste instantie bestond de doopsuiker uit een in honing gedoopte amandel, maar tegenwoordig bestaat de binnenkant over het algemeen uit chocolade met de vorm van een amandel en aan de buitenkant kun je kiezen welke kleur je maar wilt.

15. Belgische Pickles

De Belgische pickles zijn bijna hetzelfde als de bekende Piccalilly. Allebei zijn het sauzen die gemaakt zijn op basis van mosterd en azijn met stukjes augurk, bloemkool en zilveruitjes. Het enige verschil is dat de Belgische versie iets zuurder is dan de variant uit Engeland.

De Belgische pickles vindt zijn origine in Vlaams-Brabant en is op de markt gebracht door mosterdmakers en/of azijnbedrijven rond 1900. Nu worden de Belgische pickles vaak gegeten met een pak frieten of met een broodje ‘gekapt’.

De belangrijkste producenten van Belgische pickles zijn Devos-Lemmens, Camp’s, Tierenteyn, l’Etoile en Bister. Voor Devos-Lemmens wat het zelfs het begin van hun succes ongeveer 130 jaar geleden en ze claimen dat het recept dat ze gebruiken nog steeds hetzelfde is als toen.

16. Neuzekes

Neuzekes worden gemaakt met Arabische gom met vaak een paarse kleur in de vorm van een soort neusje van zo een 2,5 cm. De buitenkant is redelijk hard, maar aan de binnenkant was het origineel een soort gelei-achtige subsantie met het aroma van frambozen. 

Tegenwoordig moeten er natuurlijk meer variaties op de markt zijn om de consument tevreden te houden, dus kun je Neuzekes ook vinden in onder andere kersensmaak, bananensmaak en vanillesmaak.

Neuzekes hebben vele namen zoals Cuberdon, tjoepke, capeau de curé, Gentse neus of topneus. De houdbaarheid is niet erg lang doordat het neuzeke na ongeveer twee weken wat gaat versuikeren, hierom is het bijna alleen maar in België te verkrijgen, bij de export zou het namelijk kunnen zijn dat ze al aan het versuikeren zijn bij aankomst.

17. Belgische Kazen

Als je aan kazen denkt, denk je niet direct aan België maar eerder aan Frankrijk of Nederland. Echter België heeft een heel mooi assortiment aan kazen te bieden. Veel streken in België bieden een eigen kaassoort aan.

Het kan natuurlijk niet ander; België heeft een bierkaas, voorbeelden hiervan zijn La Ramee en Pavé a Leffe Bruin. Om de kaas zo een lekker mogelijke biersmaak te geven, wordt er vaak gebruik gemaakt van bruin bier. Maar er zijn bijvoorbeeld ook abdijkazen, dit zijn kazen, zoals je waarschijnlijk al vermoedt die op ambachtelijke wijze worden gemaakt op abdijen door monniken.

Naast de bovengenoemde kazen heeft België natuurlijk nog meer in haar kazen-mars. Zo kun je denken aan een Moerenaar kruidenkaas, Patachouffe, Orval of Damse Brie. Het is dus geen overbodige luxe om eens in de Belgische kazen wereld te duiken want er valt genoeg te ontdekken.

18. Paling in het Groen

Zoetwaterpaling is de basis voor Paling in het Groen en is een typisch Vlaams gerecht dat uit de Scheldestreek komt. De paling die je gebruikt voor dit recept moet natuurlijk zwemmen, dit keer behoort hij dat te doen in een lekkere groene saus.

Voor die groene saus wordt zogenoemd palingkruid gebruikt, echter er is geen één kruid dat zich zo mag noemen aangezien je de groene saus van meerdere groene kruiden kunt maken. Zo kun je bijvoorbeeld gebruik maken van citroenmelisse, waterkers of salie.

19. Gentse Waterzooi

Nog een gerecht dat wereldbekend is in België; Gentse waterzooi. En inderdaad, Gentse waterzooi komt uit Gent. Je kunt dit welbekende gerecht maken met zowel kip als vis.

De basis van Gentse waterzooi is dus kip of vis, maar verder moeten er groenten in een room die je wel of niet zelf maakt en aardappelen. Wanneer je het geserveerd krijgt, lijkt het een beetje op een soep en wordt dan ook vaak gegeten met een of meerdere sneetjes brood.

20. K3

Beeld: Wikimedia / Richard Broekhuijzen

Studio 100 heeft een mooie niche in de muziek en entertainment markt gevonden met de oprichting van K3. Oorspronkelijk was het idee dat het een soort Vlaamse Spice Girls zouden worden, echter viel de muziek enorm in de smaak bij de kleintjes. In 1998 werd de meidengroep opgericht en was eigenlijk direct een succes.

De naam K3 komt af van de originele zangeressen van de groep; Kathleen (Aerts), Karen (Damen) en Kristel (Verbeke). Ondertussen zijn er al wat wijzigingen geweest in de samenstelling van deze populaire meidengroep met poppy muziek. Naast zingen zorgen de dames ook voor hilarische tv met series en films, en hebben ze heel veel theater optredens.